Wat zou de olifant zeggen als je ‘m vroeg of ‘ie sterk is ?
‘Mmm … nooit zo over nagedacht eigenlijk … vind je dat ik sterk ben ?’
Wij vinden dat de olifant sterk is. De olifant zélf ‘doet gewoon’.
Hij (of zij natuurlijk) tilt bomen op, versleept ze, ontwortelt ze eventueel.
Wij kunnen dat niet, daar hebben we de fysieke kracht niet voor.
Dus is de olifant in onze ogen sterk.
Wat is die olifant sterk zeg !
Wat kan zij mooi zingen !
Hij schildert écht mooi !
Wat is zij toch handig !
Zingen, schilderen, dichten, schrijven …
Allemaal talenten. Heeft de olifant nou óók een talent ?
Wat zou de schilder, de schrijver, de zanger zeggen ?
‘Ach … ik doe m’n best …’
Het is vooral wat anderen zien.
En Het Talent zélf doet het gewoon.
Wat doe jij ‘gewoon’ ?
Hoe bewust ben jij je van je talenten ?
Zet jij je talenten ook écht en ten volle in ?
Durf je, of ga je (onbewust) ten onder aan bescheidenheid ?
Kun je hardop zeggen waar je goed in bent ?
Durf jij jezelf te laten zien ?