De ervaren reiziger zegt: ‘je kunt niemand gidsen als je er niet zelf bent geweest’
Ik kon al vroeg lezen en heb ontelbare boeken versleten, de jeugdbibliotheek had ik uit vóór mijn twaalfde. Mijn ouders hebben nogal wat moeite gedaan en gehad om mij toegang te laten krijgen tot de volwassenen afdeling (die scheiding had je in die tijd).
Mijn fascinatie ging verder dan de spannende jeugdboeken. Na de Scheepsjongens van Bontekoe, de Winnetou’s en Old Shatterhands viel mijn oog op de ontdekkingsreizigers. Reizigers in hart, hoofd en lijf. Màn, wat kon ik genieten van de ongekende dromen, het lef, het doorzettingsvermogen, de overwinningen. Zo maakte ik óók kennis met de scepsis van de wereld ten aanzien van grote dromen. Het ‘doe maar gewoon, dan doe je gek genoeg’. De visionairs zoals Jules Verne, Roald Amundsen, Robert Scott, Thomas Edison, Nicolai Tesla, Marie en Pierre Curie … een eindeloze rij. En of ze nou fysiek van hun plaats kwamen of niet … ze veranderden stuk voor stuk de wereld op een fundamentele manier.
Mijn niet-fysieke reis heeft me naar vele plaatsen van mijn Zijn gevoerd. Leuke plekken, zeker. Oók donkere, duistere, onaangename plekken. Langs afgronden, bij obstakels en onmogelijkheden. Met uitzichten die ik afwisselend mooi en lelijk vond. En ondertussen leerde dat ze altijd boeiend en leerzaam zijn.
Had ik een DOEL ? Ja en nee … Mijn doel was me te ontwikkelen, mezelf te ontdekken en te leren kennen. Ben ik er ? Nee, en zal er ook nooit komen. De weg op zich is boeiend, leerzaam, ruig en zacht, spannend en een achtbaan.
Ben ik nou een goede coach ? Misschien. In ieder geval weet ik hoe ik met zo’n reis moet omgaan. Wat te doen als je valt of het even niet ziet zitten. Ik kan en wil niet voorkómen dàt je valt. Kan je wèl motiveren op te staan.