Papageno en Pamino

Mozart’s magistrale opera ‘Die Zauberflöte’ leert ons op een speelse wijze veel over onszelf.

Tamino ontvangt een magische fluit om zijn grote liefde te vinden. Wij hebben allemaal zo’n magisch instrument. Wie leert ons die bespelen? Velen proberen het, weinigen kunnen het. Er gaat een lange weg vooraf. Een weg van ervaring, van loslaten van je Ego.
Hoe klink jij ? Waar zit de magie in jou ?

De opera leert ons, dat de enige mogelijkheid om werkelijk iets groots te verrichten gelegen is in Liefde. Niet slechts de Liefde voor de ander, of de Liefde voor onszelf drijft ons. Het is de Liefde voor ons authentieke Zelf die onze motor is. Maar ze zit opgesloten in ons Ego. Wij zijn óók in staat haar te bevrijden, en als wij ons Ego loslaten zijn wij in staat werkelijk groots te zijn.
En dat is waar we bang voor zijn: om GROOTS te zijn ! En jij ?

“De kracht overwint”, zingt het koor aan het einde. Welke kracht is dat ?
Is dat de kracht van de rede of die van het gevoel ? De kracht van de man of de zachtheid van de vrouw ? Van dag of van de nacht ?
Of is het een ander soort kracht; een die juist deze tegenstellingen overwint ?
Zacht is niet Slap. En Kracht is geen Macht.
Waar ligt jouw kracht ? En jouw kwetsbaarheid ?